De tent
Van tent naar kas. Hoe de weg ernaar toe nog een lange aanloop kreeg ;-).
Degenen die mij wel eens verblijd hebben met hun bezoekje en/of mij doorgaans op social media volgen, weten er vast wel van: Sinds Corona stond er een foeilelijke tent aan mijn Basic Lodge gekoppeld. Foeilelijk, maar de ruimte die het bood was er eentje die ik niet meer kwijt wilde. Voor Corona was mijn huisje eigenlijk al te klein voor de enthousiaste deelnemers van het haakcafé. Steeds vaker kon men zijn kont nog nauwelijks keren als we eenmaal zaten, laat staan nog een wolletje shoppen. Gezellig was het wel, daar was geen ontkomen aan ;-)..
Van oud naar nieuw
Zonder meer de tent neerhalen en teruggaan naar de oude situatie, voelde dan ook als geen optie. De ruimte moest blijven, maar hoe? Het uitzicht vanuit huis op de tent was nou niet bepaald een blijvertje. Ook de tent zelf niet. Hij verpauperde meer en meer en werd langzaamaan een schim van zichzelf. En kon ik het in Coronatijd nog wel verkopen dat het soms wat fris en tochtig was (we hadden tenslotte een uitje en waar moesten we anders naar toe), post Corona verkoopt dat een stuk lastiger. Neerhalen dus de boel, maar wat trekken we ervoor op? De hout- en bouwprijzen zijn nou eenmaal niet opgewassen tegen de verkoop van een paar bolletjes wol en een haakcafeetje. Daarnaast geniet ik nog altijd van de uitstraling van de Lodge en wil ik daar niets aan veranderen. Tot het moment kwam dat ik in een woonboekje zat te bladeren en mijn oog viel op een serre. Het licht ging aan! Een serre is wellicht wat lastig te realiseren, maar een kas zou een oplossing kunnen bieden! Mede geïnspireerd door de leukste camping van Nederland, ‘t bos roept’, zag ik ineens een kas als extra ruimte voor de haakcafés, workshops, feestjes en partijen, helemaal voor me! Goed, nog steeds niet echt opgewassen tegen de verkoop van een paar bolletjes wol, maar wél een ruimte die vele mogelijkheden biedt die dat gat dan linksom kan vullen ipv rechtsom.
De kas
Een kas it is dus. Een leverancier was snel gevonden in de persoon van ‘Jaap’, een heerlijke West-Fries die zijn vak en de mens verstaat. Hij denkt met ons mee en komt met de beste oplossingen. Aan hem gaat het niet liggen. Aan de huidige schaarste van materialen en personeel wel. En zo wil het geval dat onze kas al zo’n twee keer geplaatst had moeten zijn, maar waarvan nog geen 1x gerealiseerd is. Arme Jaap. Die kreeg te maken met een emotionele vrouw die alles uit de kast trok om hem ervan te overtuigen dat mijn kas toch echt héle grote omzetverliezen teweeg bracht en dat ik dit toch écht niet meer kon verkopen aan mijn klanten… Maar wat natuurlijk ook ik weet, het ligt niet aan Jaap. In deze tijd kan niemand toveren en al had ik Jaap nog wel de beste kansen toebedeelt, ook hij kan geen staal uit de Oekraïne toveren wat er niet is. Zucht. De kas zal moeten wachten. Of beter, ik zal moeten wachten.
Het is wat het is
Het is wat het is. Natuurlijk was het even slikken, want het hoofd moest ‘om’. Er is namelijk geen perspectief op ‘wanneer dan wel’ (als doet Jaap nog wel erg zijn best bij de fabriek, dus enige hoop is er nog altijd). Het lastigste van bovenstaand verhaal vind ik dat ik terug moet naar het oude, terwijl ik in mijn hoofd heb gehaald dat dat niet meer voldoet. Maar langzaamaan komt het besef dat dat ook maar een vastgezet idee is. Ík was aan wat nieuws toe, maar mijn trouwe schare klanten zijn áltijd enthousiast. Wel of geen tent, wel of geen kas. Het voldoet. Ik voldoe. Mijn klanten zijn de beste die ik mij maar kan wensen.
De aftrap
Toch moest ik nog even af van het idee dat ik ‘met hangende pootjes terugkom bij het oude’. De behoefte om er met een knal nieuw leven in te blazen omdat ik al een tijd ‘de tent dicht heb gehouden’ in afwachting van de kas, is er nog altijd. Die aftrap komt er. Mark my words…
PS. De afgebeelde kas is een look-a-like van de kas die hier geplaatst gaat worden